top of page

Struikrover


Het palet van winters heideveld is doorgaans opgebouwd uit sobere tinten. Maar soms, voor wie geluk heeft, met een helder accent: een klapekster (toarnekster). Een exentrieke soort die het midden houdt tussen een zang- roofvogel. Een struikrover - geaccentueerd door zijn zwarte masker- die kevers, salamanders en muizen aan doornen of prikkeldraad spietst. Barbaars en fascinerend tegelijk. Voor Nederland als broedvogel verloren gegaan en het laatste Friese nest dateert al weer van 1957. Des te fijner dat hij zich in het winterhalfjaar uit zijn Zweedse broedgebieden laat afzakken naar 'zachtere' regio's als de onze. Zoals hier in de Duurswoudsterheide, waar hij op zijn vaste uitkijkplek zijn winterterritorium overschouwd. Het beeld vervloeit op mijn netvlies met een illustratie van Rein Stuurman in Zien is Kennen, dé vogelgids uit mijn jeugdjaren waaruit ik iedere afbeelding uit mijn geheugen kan opdissen. Stuurman's klapekster is doorspekt met dramatiek, die van mij is iets beschouwelijker; samen vormen ze een krachtig beeld.

Archief
bottom of page