top of page

Ransdief


Ransuilen zijn notoir lastig te vinden. Zeker wanneer ze zich tegen een boomstam hebben geschurkt en je niet meer weet waar de schors eindigt en de uil begint. Maar soms heb je geluk, zoals vanavond. Op buurmans uitnodiging tuur ik tussen de takken van zijn appelboom. En na vier van zijn 'daar's!' zie ik hem ook; dedain neerkijkend op de drukte beneden hem. Vertrouwen doet hij ons allerminst, zijn ogen blijven op ons rusten. Vlammend. Als de schemer invalt, slaat hij zijn vleugels uit. Dan pas valt op hoe rank en slank hij is. En nu zie ik ook waarom een ransuil de 'kiekendief van de nacht' wordt genoemd. Beide soorten delen een ietwat wankelende vlucht, lange vleugels en hetzelfde open jachtterrein. Alleen hun lichtbron verschilt.

Archief
bottom of page