top of page

Tsjak


Hij stond er zó mooi bij, onze meidoorn langs de weg. Prachtig in de pronk, met bessen rijp en rood. Tot een kwartier geleden. Tot de kramsvogels...Kramsvogels of 'tjakkers' die in bendes ons land overspoelen en als sprinkhanen al wat vrucht draagtkaalvreten. Voor ‘onze’ merels moeten deze razzia's een nachtmerrie zijn; binnen een kwartier de hele wintervoorraad naar de gallemiezen. De gestripte takken van de meidoorn trillen nog na, als in de verte de plunderende bende luidt tsjakkend uit het zicht verdwijnt.